Foto: uit open bronnen
Deze gemakkelijke truc werkt vooral goed met gemalen rund- of varkensvlees – vlees van deze vleessoorten heeft extra vocht nodig
Elke huisvrouw kent de teleurstelling: koteletten die gisteren nog mals en sappig waren, veranderen vandaag al in droge en harde broodkruimels. Maar chef-koks verzekeren je dat de oplossing in je keuken ligt.
We hebben het over gewone rauwe aardappelen. Rasp de wortelgroente en voeg het toe aan het gehakt – het doet wonderen.
Het zetmeel en vocht uit de aardappelen houden de sappen in de koteletten, dus zelfs na het opnieuw opwarmen blijven ze zacht en smakelijk. Deze eenvoudige truc is bekend bij veel koks, hoewel er zelden over gepraat wordt. Aardappelen zijn goedkoop, gemakkelijk verkrijgbaar en altijd bij de hand.
In tegenstelling tot brood, dat vaak aan gehakt wordt toegevoegd, maken aardappelen koteletten niet zwaar. Het behoudt hun structuur en malsheid.
Koks adviseren om jonge aardappelknollen te gebruiken – die bevatten meer vocht en minder zetmeel. Maar gewone aardappelen doen het ook prima. Het belangrijkste is dat je ze raspt op een fijne rasp en meteen mengt met het gehakt.
Sommige huisvrouwen zijn bang dat aardappelen de smaak zullen veranderen. Maar in het uiteindelijke gerecht is dat bijna niet waarneembaar. Maar het resultaat is meteen zichtbaar: de koteletten worden luchtig, behouden hun vorm en sappigheid.
Deze truc werkt vooral goed met gehakt rundvlees of varkensvlees – vlees van deze soorten heeft extra vocht nodig.
Slechts één middelgrote knol per halve kilo gehakt is genoeg – en de koteletten worden al sappiger en voedzamer. Kinderen houden van de zachte textuur en het belangrijkste is dat ze zelfs de volgende dag nog lekker zijn. Je kunt ze gerust opnieuw opwarmen zonder bang te zijn dat ze uitdrogen.
Opmerkingen:
