Foto: uit open bronnen
Deze paneerlaag maakt de koteletten mals en heeft veel sap dat er niet uit lekt tijdens het frituren.
Als we zelfgemaakte koteletten maken, willen we dat ze mals en sappig van binnen zijn en tegelijkertijd die knapperige gouden korst hebben die ze perfect maakt. Maar soms maken paneermeel of bloem de koteletten te dicht, en wordt de korst ruw en absorbeert het veel vet. Er zijn echter enkele natuurlijke, smakelijke en gezonde vervangers die niet alleen een bruin korstje vormen, maar ook het sap in de koteletten houden.
Waarmee kun je koteletten paneren om ze gezwollen, sappig en met een gouden korst te maken?
- Havervlokken. Gemalen havervlokken houden hun vorm perfect vast, maar verstoppen de textuur van de koteletten niet. Ze absorberen wat van het sap, zodat de koteletten zacht worden van binnen met een licht krokant laagje. Deze paneerlaag is ideaal voor kip- en groentekoteletten.
- Griesmeel bevat sap en geeft volume. Het maakt de koteletten gezwollen, als een soufflé. De koteletten moeten gepaneerd worden in droge griesmeel zonder ze eerst in eieren te dompelen om een gelijkmatige korst te krijgen zonder overtollig vet.
- Maïsmeel of grutten zorgt voor een ongelooflijk smakelijke, dunne en knapperige korst met een aangename nootachtige smaak. Deze paneerlaag is geschikt voor alle soorten vlees en zelfs vis. Meng maïsmeel met een snufje kruiden of gedroogde knoflook en de smaak van de koteletten wordt nog dieper.
- Sesamzaad of gemalen lijnzaad. Als je je koteletten een ongebruikelijke smaak wilt geven, probeer ze dan te paneren met gemalen zaden. Sesam geeft een delicate smaak, terwijl vlas een lichte nootachtige noot en extra voordelen geeft.
Voor een gelijkmatige korst laat je de koteletten na het paneren 5 minuten rusten voordat je ze bakt. Dan zal de coating strakker liggen en zal de knapperigheid langer aanhouden, zelfs na het afkoelen.
Opmerkingen:
